De ‘Butterfly Principles’ Van Third Place Design

We moeten toegeven dat het soms onze schuld was als een nieuwe plek niet liep zoals verwacht. Misschien was het gewoon niet onze dag. Maar er is waarschijnlijk meer aan de hand dan een architect die niet aan de verwachtingen voldoet wanneer openbare plekken niet presteren zoals verwacht. Over tijd leerden we dat het creëren van deze plekken niet alleen ging over het creëren van faciliteiten voor activiteiten. We begonnen aandacht te besteden aan de voorwaarden waaraan succesvolle projecten moeten voldoen en luisterden actief naar de verschillende belanghebbenden. We vertaalden de kennis die we opdeden bij het schrijven van het boek ‘3RD4ALL How To Create a Relevant Public Space’ in een samenhangend model. Met dit model proberen we het proces van ons werk te vereenvoudigen en de kritische voorwaarden voor het creëren van een gezonde openbare ruimte uiteen te zetten.

Eerst wat achtergrondinformatie. Zoals eerder vermeld, geloven we bij includi dat architectuur deel uitmaakt van een groter ecosysteem dat ‘brand’ heet, en dus zou architectuur moeten handelen volgens de regels van branding. Merken zijn gebaseerd op waarden, tastbare en ontastbare elementen als ook de regels en behoeften van zijn klanten. Dit alles vind plaats binnen het kader van de respectieve mogelijkheden van de organisatie – die op haar beurt gebonden is aan haar specifieke context. Als alles soepel verloopt, zijn alle verschillende activiteiten die nodig zijn in dit proces goed gecoördineerd, zodat alles uiteindelijk perfect werkt en alle belanghebbenden tevreden zijn.

Met zijn vleugels, natuurlijk. Stel je een gezonde publieke plek voor als een vlinder die vrolijk rondfladdert. Om te kunnen opstijgen, moeten de vleugels het lichaam met hart en ziel in beweging zetten. Er zijn hier drie factoren: materiële en immateriële aspecten, elk gerangschikt rond het “waarom”. De vleugels vertegenwoordigen de materiële en immateriële elementen. Het lichaam is de ideële overtuiging, het onderliggende verhaal en het zichtbare merk.

De belangrijkste ingrediënten voor het creëren van een duurzame openbare plek zijn de mensen, de plek, de belevenis en de programmering. De eerste twee richten zich op aspecten die de vorming van de ziel van een plek voorbereiden, terwijl de laatste twee zich richten op specifieke aspecten op basis van de definitie van de ziel.

De ‘butterfly principles’ kunnen het best worden geïllustreerd aan de hand van 10 vragen. Het beantwoorden van deze vragen creëert een solide gemeenschappelijke basis voor het ontwerpproces. Hier volgen drie voorbeelden:

1. Wat is het holistische idee? Wat is het hogere doel? Laten we het eenvoudig stellen: In het begin is er een idee. Voordat een openbare plek tot leven wordt gewekt, is er meestal een holistisch, hoger doel waaraan men is toegewijd. Het definiëren van dit idee is cruciaal omdat het de eerste richtlijnen en perspectieven biedt voor het proces dat voor ons ligt. Bepaal je doel en wees dan vastbesloten om er samen te komen.

2. Met wie werken we samen? De organisatie waartoe je behoort, je werknemers, je medebewoners, je sociale context – ze hebben allemaal invloed op je basispotentieel. Wees je er dus van bewust met wie je samenwerkt, wie er om je heen werkt, wie je beïnvloedt, wie er van je afhankelijk is. Het is belangrijk om te weten wie je bent. Je netwerk is je gereedschapskist.

8. Hoe betrekken we mensen? Zoals je weet, kan alleen persoonlijke ervaring een echte band creëren met jouw specifieke plek. Om dit te doen, moet je je voorziening gastvrij, zichtbaar, toegankelijk, bruikbaar, veilig, comfortabel, aanpasbaar en flexibel maken. Een lange lijst – maar de moeite waard, want alleen een positieve gebruikerservaring kan een blijvende transformatie van je faciliteit teweegbrengen.

Een openbare derde plek vereist veel meer dan alleen het creëren van faciliteiten voor activiteiten. In feite komt dit vaak pas aan het einde van het ontwerpproces. Je moet voldoende kennis hebben vergaard voordat je kunt praten over concrete en praktische aspecten. Als je je bewust bent van alle ingrediënten die in de vleugels van de vlinder zitten, creëer je de basis voor de visie van het project. Het helpt je om vast te houden aan je basisidee, zelfs als je vlinder – om de metafoor voort te zetten – zich in een vroeg stadium van ‘cocooning’ bevindt, waarin professionals uit de respectieve vakgebieden je project meestal kapen en de zaken in eigen hand nemen.

Als je niet gewapend bent met een duidelijke visie, kan de vlinder wel eens heel anders uitpakken dan verwacht. Of erger nog, hij kan een vleugel missen. We hebben het model “The Butterfly Principles of Design for Programmability” ontwikkelt om een eenvoudige toolbox te bieden waarmee je eenvoudig de ingrediënten voor gezonde en levendige openbare ruimtes kunt definiëren.